Maurice Ravel

Meester van verfijning, virtuositeit en verrassingen (geb. maart 1875)

Maart 2025 zal het precies 150 jaar geleden zijn dat de Franse componist Maurice Ravel werd geboren. Ter gelegenheid daarvan organiseert Stichting Melopee in die maand een drietal concerten met en rondom werk van deze meester.

Ravel was de zoon van een Zwitserse vader en een Baskische moeder, leerling van Gabriel Fauré, en stond onder invloed van Emmanuel Chabrier, Nikolaj Rimsky-Korsakov en Franz Liszt. Hij werd aanvankelijk tamelijk argwanend bejegend als muzikale rebel, een benaming die met hem ook een aantal andere later beroemd geworden componisten ten deel viel. Voor Ravel had het onder meer tot gevolg dat hij meermalen tevergeefs meedong naar de fameuze Prix de Rome. In 1905 werd hij door de jury, waarin o.a. Jules Massenet, zelfs niet tot de voorronde toegelaten omdat men zijn werken te modern vond. Het schijnt een enorme rel te hebben veroorzaakt en Ravel niet onberoerd te hebben gelaten.

Claude Debussy en Maurice Ravel, beiden invloedrijke impressionisten binnen de klassieke muziek, worden gezien als de belangrijkste Franse componisten van begin 20e eeuw. Ravels gevarieerde maar bescheiden oeuvre kent een constante hoge kwaliteit en wordt wel als tijdloos beschreven. Het verenigt de overzichtelijkheid en helderheid van het classicisme met de weelderigheid en de warmte van de Romantiek en het mysterieuze van het Impressionisme: technisch perfect met een rijke verbeelding als inspiratie. Tegelijkertijd wordt het ook wel beschouwd als markering van de overgang naar het Expressionisme.

Tot Ravels bekendste composities behoren Pavane pour une infante défunte, Ma mère l’Oye, Le Tombeau de Couperin, het ballet Daphnis et Chloé en zijn Boléro waar hij zelf echter minder enthousiast over was. Ook schreef hij het beroemd geworden Pianoconcert voor de linkerhand, opgedragen aan Paul Wittgenstein (broer van de filosoof), bevriend pianist die in de Eerste Wereldoorlog zijn rechterarm verloor, en het Pianoconcert in G.

Stichting Melopee wil een ode brengen aan deze grote vernieuwer binnen de klassieke muziek door verschillende werken van hem te programmeren in een drietal concerten op prachtige locaties.

musici

Ramon van Engelenhoven (piano)

Ensemble Nova Sonantia
Frank de Groot
(1e viool)
Yulia Gubaydullina (2e viool)
Anuschka Pedano (altviool)
Wytske Holtrop (cello)

 

programma

Pablo Casals (1876-1973): Song of the Birds (arr. Sally Beamish, cello-solo, 1998)

Benno Bonke (1951-): Balancing ABC (strijkkwartet, 2024)

Pim te Bokkel: poëtisch intermezzo 

Benno Bonke (1951-): Where have you gone? (piano-solo, 2024)

Maurice Ravel (1875-1937): deel 1 uit Gaspard de la Nuit: Ondine (piano-solo, 1908)

Pim te Bokkel: poëtisch intermezzo 

Maurice Ravel (1875-1937): deel 2 uit String quartet in F-major, M.31: Assez vif – très rhythmé (1903)

 

Pauze

 

Maurice Ravel (1875-1937): Jeux dEau (solo-piano, 1901)

Maurice Ravel (1875-1937): Pavane pour une infante défunte (solo-piano, 1899)

Pim te Bokkel: poëtisch intermezzo 

Gabriel Pierné (1863-1937): deel 2 uit Piano quintet in E-mineur, Op. 41, Sur un rythme de Zortzico (1916/17)

14-03-2025 / 20.15 uur / Waalse kerk, Amsterdam

Een concert ter gelegenheid van de 150e geboortedag van Maurice Ravel, meester van verfijning, virtuositeit en verrassingen.

15-03-2025 / 20.15 uur / Bergsingelkerk, Rotterdam

Een concert ter gelegenheid van de 150e geboortedag van Maurice Ravel, meester van verfijning, virtuositeit en verrassingen.

16-03-2025 / 20.15 uur / Lutherse kerk, Den Haag

Een concert ter gelegenheid van de 150e geboortedag van Maurice Ravel, meester van verfijning, virtuositeit en verrassingen.

Ramon van Engelenhoven (piano) viel vanaf jonge leeftijd in de prijzen bij diverse concoursen, onder andere in 2015 waar hij de grote finale van de Young Pianist Foundation Competition won. Hij ontving als allereerste laureaat de Grand Prix Youri Egorov, een onderscheiding die alleen wordt uitgereikt als wordt erkend dat de winnaar internationaal potentieel heeft. Ramon treedt geregeld op in grote zalen en maakte in 2023 zijn recitaldebuut in het Concertgebouw in de Amsterdam Piano Series. Ook internationaal speelde hij op podia als de Laeiszhalle in Hamburg en het Mariinsky Theater in Sint-Petersburg. Met Camerata RCO toerde hij in 2023 door Noord-Amerika. Ramon is regelmatig te gast bij diverse radioprogramma’s op NPO Klassiek. Hoogtepunt was zijn debuut op het Prinsengrachtconcert in 2023, waar hij samen met de internationaal befaamde pianist Paul Lewis optrad. In 2024 verscheen van zijn hand een album met werken van Erich Wolfgang Korngold dat lovende kritieken kreeg en werd genomineerd voor een Edison.

Het Ensemble Nova Sonantia is een strijkkwartet, bestaand uit de volgende musici:

Frank de Groot (viool 1) studeerde viool en kamermuziek aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag bij Isidor Lateiner en Jürgen Kussmaul. Hij was bijna 30 jaar primarius van het Doelen Kwartet en maakt deel uit van het Rotterdams Philharmonisch Orkest.

Yulia Gubaydullina (viool 2), half Russisch en half Tataar, begon al op zevenjarige leeftijd viool te spelen en studeerde af aan het Kazan State Conservatorium. In 2018 verhuisde Yulia naar Nederland, waar ze in 2020 haar masterdiploma behaalde aan het Utrechts Conservatorium (HKU) bij Hebe Mensinga. Ze begon haar professionele carrière in 2009 in het orkest van Tatar State Academic Opera en Ballet Theater. In Nederland speelde Yulia in het Orkest van het Oosten en het Gelders Orkest. In 2018 creëerde ze samen met Aliya Iskhakova een kamermuziekgroep “Duo Mong” dat de Tataarse cultuur introduceert en de prachtige muziek van Tataarse componisten promoot. In 2024 kwam hun debuut-album ‘The Essence’ uit.

Anuschka Pedano (altviool) startte met negen jaar haar altvioollessen bij Julia Dinerstein. Ze won prijzen op diverse (internationale) concoursen, bv. in 2015 het Britten Altvioolconcours. Anuschka was finaliste van het Koninklijk Concertgebouwconcours en in 2015 won zij bij het Concours Européen pour Jeunes. November 2016 won zij de Classic Young Masters Award en de Sinfonia Award. Begin 2017 behaalde zij bij de regiofinale van het Prinses Christina Concours in Rotterdam de eerste prijs. uit van het internationale strijkersorkest LGT Young Soloists te Zürich met wie zij soleert in grote concertzalen in Europa, Amerika en Azië. In 2018 nam zij samen met dit orkest de CD Nordic Dream op. Anuschka is regelmatig te gast bij (internationale) festivals zoals Wonderfeel, het Grachtenfestival, Klassiek op het Amstelveld, het Russische kamermuziekfestival “Winteravonden aan de Amstel”, festival Vocal Art Rhein-Main in Frankfurt en het Spivakov festival in Moskou. Ook op televisie is zij geen onbekende, onder andere bij Podium Klassiek.

Wytske Holtrop (cello) behaalde in 2018 haar master cum laude aan het Haute École de Musique de Genève waar zij studeerde bij François Guye. Haar bachelor rondde zij af met grote onderscheiding aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel bij Jeroen Reuling. Momenteel is Wytske werkzaam als celliste bij Symfonieorkest Vlaanderen. In 2019 kwam haar debuut-CD ‘Cello Frysienne’ uit onder het label Aliud records. Zij volgde masterclasses bij o.a. Natalia Gutman, Gary Hoffman en Nicolas Altstaedt. Wytske speelde als soliste met verschillende orkesten in Nederland en geeft regelmatig solo recitals. Zij speelde op festivals zoals het Internationaal Kamermuziekfestival Schiermonnikoog en het Ars SummerFest in Vilnius. Wytske was meermaals prijswinnaar bij Stichting Jong Muziektalent Nederland en het Prinses Christina Concours. Ook won ze de Prix du Musée Bonnat tijdens de Académie Ravel in Saint Jean de Luz. In 2018 ontving zij uit handen van Emmy Verhey de Friese Emmy ‘Runner up Award’.

Pim te Bokkel publiceerde inmiddels zeven dichtbundels. Hij schreef onder meer voor Hollands Maandblad, Het Parool, NRC en Awater, en was jurylid bij het NK Poetry Slam, Doe Maar Dicht Maar en de Victoriefonds Cultuurprijs. In 2018 verscheen van hem de tweetalige bundel de Achterhoekse verzen bij Uitgeverij Fagus. Te Bokkel werd bij zijn debuut in 2007 genomineerd voor de C. Buddingh prijs en in 2024 publiceerde hij een bijzondere bundel met blauwdrukken van, en samen met, beeldend kunstenaar Pé Okx: Wat we achterlaten in het zand. Zijn poëzie is zeer toegankelijk en wordt wel als ‘muzikaal’ omschreven. Met zijn intieme voordracht en toegankelijke gedichten betovert Pim te Bokkel een breed publiek. In januari 2025 verschijnt bij uitgeverij Wereldbibliotheek Te Bokkels nieuwe dichtbundel: Even zweven de levende wezen, een eigentijds, sprankelend memento mori, voor iedereen die soms het gevoel heeft dat we gedachteloos snel aan elkaar en de dingen voorbijgaan.

Pianist Ramon van Engelenhoven vertolkt het deel Ondine uit Ravels zeer veeleisende werk Gaspard de la Nuit voor solo-piano, uit 1908:

Ondine is het verhaal van een waterfee die zingt om voorbijgangers te verleiden en mee te nemen naar haar rijk, diep op de bodem van de zee, in een driehoek van water, vuur en aarde. Het stuk bevat technische uitdagingen voor de rechterhand, zoals wilde cadensen, snelle akkoordwisselingen, glissandi, koraalachtige motieven en veel chromatiek. Het is een van de meest geraffineerde pianostukken uit de gehele muziekliteratuur, volkomen aangepast aan het instrument waarvoor het is geschreven. Daarmee is het pianomuziek die op geen enkel ander instrument ook maar enigszins tot zijn recht zou komen.

Daarnaast voert Ramon nog drie andere solowerken uit, nl. de beroemde Pavane pour une infante défunte en Jeux d’Eau van Ravel, en Where have you gone? van Bonke (première)

Na de Boléro is volgens velen de Pavane pour une infante défunte Ravels populairste compositie. Ravel gebruikt hier, zoals hij zo vaak deed, een dans (de Pavane) als grondslag voor zijn compositie. Hij schreef het werk in 1899 voor piano en tien jaar later maakte hij een bewerking voor symfonieorkest. De titel is een beetje raadselachtig. Pavane pour une infante défuntebetekent letterlijk: Pavane voor een overleden prinses. Volgens musicologen betreft het hier een klaagzang over de dood van de prinses. Ravel gaf zelf eens de volgende al dan niet serieuze verklaring voor de merkwaardige titel, hij koos voor een soort rijm: de p van pavane en de p van pour zijn prominent aanwezig evenals de letter f in infante en défunte. (De Pavane is van oorsprong een langzame statige hofdans in een even maatsoort; Ravel componeerde eveneens een pavane in zijn Ma Mère lOye.) Hoe dan ook, het stuk was direct een succes en bleef dat ook. Toen het werk eens te langzaam werd gespeeld, zou Ravel de dirigent hebben toegebeten: ‘Luister eens, ik heb een dans voor een dode prinses geschreven en geen dode dans voor een prinses!’

In het toongedicht Jeux d’Eau schetst Ravel een beeld van water dat door een riviergod wordt beroerd. Ravel voorziet het stuk van een motto, waarin hij rept over die riviergod, die ‘lacht om het water dat hem kietelt’. Het stuk is gemaakt naar analogie van een compositie van Franz Liszt, getiteld Les jeux d’eau à la Villa d’Este. Daar waar Liszt een verwijzing doet naar de Bijbeltekst van Johannes waarin Jezus als bron van eeuwig leven wordt geciteerd, beroept Ravel zich in zijn Jeux d’Eau op de riviergod. Het werk bestaat uit één doorgecomponeerd geheel, waarin diverse technisch veeleisende pianissimo-passages voorkomen. De vorm is rapsodisch, al doet het, afgezien van het ontbreken van de klassieke tonale opbouw, aan de sonatevorm denken (het stuk bevat een quasi-expositie, een doorwerking, een cadens, een reprise en een coda). Jeux dEauwerd in 1901 uitgegeven en Ravel droeg het werk op aan zijn collega-componist en leermeester Gabriel Fauré.

Where have you gone? schreef Benno Bonke in 2024, daarbij voornamelijk gebruikmakend van de heletoons-toonladder. De titel refereert zowel aan de afwezigheid van een grondtoon (tonica) als aan een recent persoonlijk verlies. Verschillende motieven wisselen elkaar af, met grote dynamische en ritmische contrasten.

Strijkkwartet Ensemble Nova Sonantia zal deel 2 (Assez vif et très rythmé) uit Ravels Strijkkwartet in Ften gehore brengen en tevens Balancing ABC van Benno Bonke (première).

Ravel maakte snel naam toen hij in 1902/3 zijn strijkkwartet componeerde, dat hij ook aan zijn leraar Fauré opdroeg. Het was zijn eerste en meteen meest succesvolle compositie op kamermuziekgebied. In zijn autobiografie stelt Ravel dat het strijkkwartet “meer dan welk ook van mijn eerdere werken in lijn was met mijn ideeën over muzikale structuur”. Claude Debussy was een grote bewonderaar van het werk. Toen hij het voor het eerst had gehoord, schreef hij aan Ravel: “Verander in hemelsnaam niets aan je strijkkwartet”.

In het strijkkwartet Balancing ABC brengt Bonke evenwicht tussen melodische lijnen die in de afzonderlijke stemmen worden uitgewerkt. Deze worden afgewisseld met een harmonie-opbouw in tremolo’s, gebaseerd op Stravinsky’s Le Sacre du Printemps. Herhaaldelijk gebruik van pizzicati en sterke verschillen in dynamiek en tempo, zorgen voor een soms mysterieuze en emotionele lading.

 

Ook zal het fameuze Song of the Birds (El Cant del Ocells) van cellist en componist Pablo Casals klinken in een arrangement van Sally Beamish voor cello solo.

El Cant del Ocells [Het gezang van de vogels] is een Catalaans volkslied van meer dan driehonderd jaar oud. Het arrangement van Sally Beamish voor cello-solo dateert van 1998. Het laat het verhaal horen van de blijdschap van de natuur op de dag van de geboorte van Christus. Casals is bij al zijn optredens sinds zijn ballingschap in 1939 begonnen met El Cant del Ocells, dat dan ook is uitgegroeid tot een lied van vrede en vrijheid: een soort Catalaans symbool en een officieuze Catalaanse hymne. Het stuk drukt een zekere triestheid en heimwee uit van de man die misschien wel bij elke uitvoering van ‘zijn’ lied besefte dat hij Catalonië nooit zou weerzien.

De gezamenlijke musici voeren verder nog een pianokwintet uit van een andere belangrijke, maar ‘vergeten’ componist, die aan de wieg stond van de Franse school, namelijk Gabriel Pierné: Piano quintet in E-mineur, Op. 41, deel 2, Sur un rythme de Zortzico.

Het pianokwintet van Gabriel Pierné werd gecomponeerd in 1916/17, opnieuw opgedragen aan Gabriel Fauré, en ging in 1919 in première. Een recensent uit die tijd prees het als volgt: “Dit is een werk dat met grote breedte is gecomponeerd, met nauwgezette zorg is geschreven, maar waarbij de auteur zijn temperament nooit heeft ingeperkt: alles straalt kalmte, gratie en vitaliteit uit.” Het kwintet treedt in de voetsporen van César Franck en maakt in deel 2 gebruik van de Baskische folklore, de Zortzico, een dansritme voornamelijk in 5/8 maat geschreven.

De muziek zal worden afgewisseld met voordrachten uit eigen werk van de dichter Pim te Bokkel.  

In eerdere producties (Ontketend en Le Vrai Visage de la Vie) traden respectievelijk dansers op in een moderne choreografie gebaseerd op enkele van de gespeelde stukken, en presenteerden studenten fotografie een eigen fotoreportage bij de muziek. Met die geslaagde opzet in het achterhoofd kozen we bij Maurice Ravel, een muzikale en poëtische ode voor een productie waarin de muziek wordt afgewisseld met poëzie, namelijk voordrachten van de bekende Nederlandse dichter Pim te Bokkel. Te Bokkel publiceerde inmiddels zeven dichtbundels, een achtste ziet in januari 2025 het licht bij uitgeverij Wereldbibliotheek: Even zweven de levende wezen, een eigentijds, sprankelend memento mori, voor iedereen die soms het gevoel heeft dat we gedachteloos snel aan elkaar en de dingen voorbijgaan. Tijdens de intermezzo’s zal Te Bokkel uit eigen werk voordragen, waarbij hij zich laat inspireren door de geprogrammeerde werken.